Wij zijn de eersten niet…….

Wij zijn de eersten niet…

Bevestigingsgebed
Toen ik ruim zeventien jaar geleden in de Kloosterkerk van Ten Boer werd bevestigd als predikant, klonk in die Middeleeuwse kerk een gebed dat wordt gebeden telkens wanneer er een nieuwe predikant wordt bevestigd. De woorden zijn enigszins gemoderniseerd maar de strekking ervan wordt al eeuwenlang aan nieuwe voorgangers meegegeven. Het gebed begint met de woorden:
Wij zijn de eersten niet die in geloof
de weg van de belofte trachten te gaan,
want vele getuigen gingen ons al voor.
Tussen hoop en vrees gingen ook zij
op weg naar het land van belofte,

Wij zijn de eersten niet
Dat gebed maakte indruk op mij op die warme zomerdag van mijn bevestiging. En die woorden gaan sindsdien met mij mee. Regelmatig herhaal ik voor mijzelf als een mantra die eerste woorden van het gebed ‘Wij zijn de eersten niet’. Wij zijn de eersten niet die proberen de lofzang gaande te houden. Dat gaf me motivatie tijdens de Covid-lockdowns, toen ik alleen met de kosters en met David als organist vieringen vormgaf in een verder lege kerk. De gedachte dat we niet de eerste zijn die God aanroepen om de nood van de wereld, troost me, wanneer ik bid voor vluchtelingen of voor de meest kwetsbare mensen en dieren die hard worden geraakt door natuurrampen of door rampen veroorzaakt door oorlog en geweld. En die woorden ‘wij zijn de eersten niet’ geven me bovenal kracht wanneer ik als voorganger een moeilijke weg moet gaan. Zoals die keer dat ik de uitvaart van een jonge moeder moest leiden, met haar man en jonge dochters verslagen om haar graf. Met dat mantra in mijn achterhoofd voel ik me op dat soort momenten als voorganger gedragen. Ik sluit, in mijn poging een goede pastor te zijn voor de gemeenschap hier in Londen, aan in een lange rij van voorgangers. Dat is heel mooi zichtbaar wanneer je de Nederlandse Kerk in Londen binnenstapt en je blik bij de hoofdingang naar rechts draait, waar ik samen met mijn zestig voorgangers sta in gebeiteld. Het is zoals het bevestigingsgebed verder gaat.
Nooit heeft het aan mensen ontbroken
die al gaande de richting wezen:
de aartsvaders en aartsmoeders in Israël,
Mozes en Elia, Debora en Hulda,
zangers, zieners, priesters, profeten,
allen gingen zij ons voor op die weg.
Schuldeloos zijn zij niet gebleven.
Maar de God van hemel en aarde bleef hen roepen,
– en zij gingen.

Een lange lijn
Zo staan wij in een lange lijn van mensen die met God op weg gaan op weg naar Gods Koninkrijk.
Nooit heeft het aan mensen ontbroken. Als je in de kerk om je heen kijkt zie je ze overal verbeeld. Niet alleen in de namen van predikanten, maar ook in de afbeeldingen van Wilhelmina als de heilige Anna, van King Edward VI met de kerk in zijn hand, van Johannes á Lasco, Augustinus en natuurlijk van Willibrord en Bonifatius. Wij zijn de eersten niet. Het is mooi dat er in dat bevestigingsgebed ook heel bewust wordt stil gestaan bij die eersten. Dat waren Abraham, Sarah, Isaak, Rebecca, Jacob, Ezau, Lea en Rachel, de aartsvaders en moeders van Israël. Goed is het om in deze herfsttijd in de vieringen juist aan hen aandacht te geven. En zo op het spoor te komen van hoe zij op weg gingen zonder te weten hoe veel mensen er na hen zouden volgen. De God van hemel en aarde riep – en zij gingen.

Ds. Bertjan van de Lagemaat

Link naar artikel (PDF)