In Focus: Caspar Veldkamp

Elke twee maanden wordt voor Kerknieuws iemand geïnterviewd die op de een of andere manier betrokken is bij de Nederlandse Kerk. Deze keer is Caspar Veldkamp geïnterviewd.

Waar kom je vandaan en hoe ben je in Londen terecht gekomen?

Anderhalf jaar geleden ben ik hier aan de slag gegaan, als bewindvoerder van de European Bank for Reconstruction & Development, de EBRD. Dat is een publieke bank die investeert in de ring rond West-Europa, zoals in Oekraïne, de Balkan, Turkije en Egypte. Daarvoor werkte ik als Nederlands diplomaat in Warschau, Washington, Tel Aviv, Athene en Brussel en tussendoor in Den Haag. Echtgenote Anne en onze vier kinderen kwamen telkens mee. De kinderen zijn nu het huis uit. Anne en ik zijn allebei een nieuwe weg ingeslagen, zij met een baan in de buurt van Toulouse (ze komt uit Frankrijk) en ik met deze financiële baan in Londen. We missen elkaar maar het gaat goed. Ik werk een week per maand vanuit Frankrijk.

In jouw werk als diplomaat heb je de Nederlandse regering vertegenwoordigd, maar was je er ook voor Nederlanders die in het land van jouw plaatsing wonen. Hoe belangrijk zijn Nederlandse ontmoetingsplekken in het buitenland naar jouw ervaring?

Ik vond het altijd belangrijk heel Nederland te vertegenwoordigen. Dus ook Tweede Kamerleden goed te ontvangen en op te komen voor Nederlandse bedrijven, maatschappelijke organisaties en individuele burgers. In sommige landen zoeken Nederlanders elkaar vanzelf op. In Polen in de jaren ’90 was aan van alles gebrek en de weinige Nederlanders hielpen elkaar. In Israël had je een gemeenschap van mensen die na de Tweede Wereldoorlog zijn geëmigreerd. Ze hadden vaak een aarzelende relatie tot de Nederlandse overheid, die hen in de oorlog in de steek had gelaten. Ik besteedde veel aandacht aan deze groep. Het was ook echt bijzonder – je ontmoette bijvoorbeeld iemand die nog bij Anne Frank in de klas bleek te hebben gezeten. In een grote stad als Londen leeft iedereen zijn eigen leven en moet je actief op stap om landgenoten te zien.

Je bezoekt regelmatig de diensten in de Nederlandse Kerk? Wat trekt jou daarin aan en wat vind je belangrijk aan deze Nederlandse kerk in het hartje van de Londense City?

Juist in deze drukke wereldstad lijkt het me zaak bezinning en betekenis te zoeken. Waartoe dient dit alles? De overdenkingen en de invulling van de diensten spreken me aan. Zoals een paar maanden geleden over de vijf vrouwen die door Matteüs worden genoemd over de herkomst van Jezus: Tamar, Rachab, Ruth, Bathseba en Maria. En ja, iedereen is welkom en mag erbij horen, ook dat voelt goed. Overigens doen de lezingen me vaak terugdenken aan de vier jaren dat ik door Israël en de Palestijnse gebieden reisde. Veel van de plaatsen heb ik aangedaan, zoals de locatie van de Bergrede aan het meer van Galilea. Ook ben ik de Samaritanen gaan opzoeken. Er wonen er nog een paar honderd op de Gerizim-berg bij de Palestijnse stad Nabloes en een paar honderd in een voorstad van Tel Aviv. Ze baseren hun godsdienst alleen op de Thora, in een versie die iets afwijkt van de gebruikelijke joodse versie.

Het is bijna Pasen. Je vertelde me dat je vanuit jouw plaatsingen weet dat dat feest op verschillende manieren wordt gevierd. Kun je daar iets meer over vertellen?

Bijzonder was natuurlijk de oude stad van Jeruzalem met de grafkerk waar je rond Pasen een enorme variatie aan christenen zag samenkomen: van kopten uit Egypte tot aanhangers van Abraham Kuyper uit Zuid-Korea. De kerk zelf is een verzameling van kapellen. Ik ben er een keer zo lang gebleven dat we er ’s avonds opgesloten raakten. Na een lang gesprek heeft een Armeense monnik ons naar buiten geleid, door kleine gangen langs de rots van Golgotha. In Griekenland was Pasen niet alleen liturgisch een climax maar ook maatschappelijk een belangrijk moment van het jaar. Jong en oud trekken er met kaarsen langs kerkjes: bruine op Goede Vrijdag en witte met Pasen. Iedereen ontmoet elkaar op straat. Bijzonder is het moment dat om middernacht mensen om kerkjes heen staan en de priester naar buiten komt met de uitroep “Χριστός άγευστη!  – Christus is verrezen!” Er gaat een kracht vanuit voor hoop en een nieuw begin.

Caspar Veldkamp werd geïnterviewd door Bertjan van de Lagemaat